Chronische nieraandoeningen komen relatief
vaak voor, zowel bij honden als bij katten. Chronisch wil
zeggen dat de aandoening langdurig aanwezig is. Hoewel ook
jonge dieren last kunnen hebben van hun nieren, komen nierproblemen
het meest voor bij oudere dieren, U kunt uw huisdier die aan
een nieraandoening lijdt helpen door hem speciaal dieetvoer
te geven. Deze pagina geeft u meer informatie over chronische
nierziekten, en welke maatregelen u, met behulp van uw dierenarts,
kunt nemen op het gebied van speciale voeding en verzorging.
De
functies van de nieren
De nieren hebben een aantal belangrijke functies,
Een daarvan is het filtreer en afvoeren van de afvalstoffen
die in het lichaam ontstaan bij de stofwisseling. De nieren
spelen ook een grote rol bij de waterhuishouding van liet
lichaam Zij houden het bloedvolume en de bloeddruk op peil
en regelen hoeveel vocht er dagelijks, in de vorm van urine,
wordt uit gescheiden en hoeveel water er wordt heropgenomen
in het lichaam Daarnaast produceren ze een aantal hormonen
en reguleren de nieren samen met de mineralen calcium en fosfor
en vitamine D de botopbouw en -afbraak.
De normale werking van de nieren
-
Via de nierslagader wordt bloed, dat behalve bloedcellen,
water en mineralen vooral afvalproducten van de voeding
en stofwisseling bevat, naar de nieren gevoerd. De nierslagader
vertakt zich in een wirwar van bloedvaatjes. Aan het einde
van ieder bloedvaatje zit een filter en een opvangreservoir.
De rijer bevat een groot aantal van deze filtersystemen,
die zich bevinden in het buitenste gedeelte van de nier,
de zgn. nierschors.
-
Alleen de kleinste deeltjes worden door de bloeddruk
via de filters in de opvangreservoirs geperst. Deze kleine
deeltjes zijn zowel belangrijke voedingsstoffen als afvalproducten.
-
Van het filter- en opvanggedeelte lopen kleine bonsjes,
de zgn. niertubuli, naar het centrum van de nieren, het
nierbekken. Deze buisjes, die zich bevinden in het middengedeelte
van de nieren, het niermerg, zorgen voor de heropname
van water en nuttige voedingsstoffen in het bloed en voor
de afvoer van afvalstoffen naar het nierbekken. Door de
heropname van water vindt er in het merg tevens een concentratie
van de opgeloste afvalstoffen plaats.
-
De afvalstoffen worden, in een geconcentreerde vloeibare
vorm, vanuit het nierbekken via de urineleiders naar de
blaas getransporteerd.
-
De vloeistof met de geconcentreerde afvalstoffen, de
urine, wordt in de blaas opgeslagen. Wanneer het dier
aandrang krijgt om te plassen, loost het de urine via
de urinebuis.
Eiwitten en fosfor
De eiwitten uit het voedsel worden in de darm in kleine deeltjes
gesplitst, die aminozuren worden genoemd. Deze aminozuren
worden vanuit de darm opgenomen in het lichaam en vervolgens
gebruikt bij vele processen. Ze zijn onder meer nodig voor
de groei, de vorming van spierweefsel, de productie van hormonen,
de vervanging van oude cellen en de instandhouding van vele
lichaamsfuncties. De aminozuren die niet worden gebruikt,
worden omgezet in ureum en vervolgens door de nieren verwijderd
via de urine
Een belangrijke taak van de nieren is ook het op peil
houden van bet fosforgehalte in het bloed. Fosfor is een mineraal
datsamen met calciun het belangrijkste bestanddeel van botten
en tanden vormt. Fosfor speelt ook een rol in de energievoorziening
van het lichaam en is nodig bij de werking van een aantal
enzymen. Is het fostorgehalte te hoog, dan zal het
teveel aan fosfor via de urine uitgescheiden worden. Is het
fosfor gehalte te laag, dan zullen de nieren slechts kleine
hoeveelheid fosfor uitscheiden.
Chronisch nierfalen
Als het nierweefsel is aangetast, valt een deel van de nierfilters
met bijbehorende nierbuisjes uit. De overgebleven nierfilters
gaan extra hard werken om de taken over te nemen.
Dit lukt in eerste instantie meestal goed. Pas
als er te weinig gezond weefsel over is om de taken te vervullen,
kunnen de nieren het niet meer bolwerken . Belangrijk is het
om te weten dat uw huisdier pas verschijnselen gaat vertonen
wanneer 2/3 van de nierfunctie onherstelbaar verloren is.
Wanneer de nieren de afvalstoffen niet goed
meer uit het bloed kunnen filteren, hopen deze stoffen zich
op in het bloed. Dit kan verschillende klachten veroorzaken,
zoals een slechte eetlust, gewichtsverlies, veel dorst en
braken. Ook kunnen de nieren de urine niet meer goed concentreren
omdat de nierlubuli niet genoeg water kunnen heropnemen in
het bloed, Dit leidt tot uitdroging en tot de productie van
grote hoeveelheden sterk verdunde urine, waardoor het dier
meer gaat drinken en veel en meer gaat plassen (ook 's nachts).
Uw dierenarts kan via een bloedonderzoek
de nierfunctie controleren door de hoeveelheid afvalstoffen
(met name ureum en creatinine) in het bloed te meten. G enezing
van het nierfalen is niet mogelijk, maar het juiste dieet
kan de nieren helpen efficiënter te werken, de klachten
helpen verminderen en de voortgang van de ziekte helpen vertragen.
De voeding van
huisdieren met een chronische
nieraandoening
Het aanpassen van de voeding is een belangrijk
onderdeel van de behandeling van nieraandoeningen. In de meeste
gevallen zal uw dierenarts uw huisdier een speciale dieetvoeding
voorschrijven, het zogenaamde nierdieet voorschrijven, wat
een lager eiwit en fosforgehalte bevat dan de normale voeding.
Het doel van het dieet is:
-
Het verminderen van de klachten door de hoeveelheid afvalstoffen
in het bloed niet te hoog te laten worden.
-
De voortgang van de ziekte te vertragen, door verder
verlies van de nierfunctie zo veel mogelijk te beperken.
Minder eiwit
Door uw huisdier een dieet te geven dat minder eiwitten bevat,
kan de, ophoping van afvalstoffen, zoals ureum verminderd
worden. Hierdoor krijgt het dier minder klachten.
De hoeveelheid eiwit mag echter ook weer
niet te laag zijn, anders krijgt het dier niet genoeg eiwitten
binnen voor celvernieuwing en het onderhouden van bepaalde
lichaamsfuncties
De eiwitten moeten van een goede kwaliteit
zijn, zodat ze zoveel mogelijk door het lichaam worden opgenomen
en gebruikt en de hoeveelheid afvalstoffen zo klein mogelijk
blijft.
Minder fosfor
Om de voortgang van de aandoening zoveel
mogelijk te vertragen is het ook heel belangrijk om de hoeveelheid
fosfor in de voeding te verlagen. Wanneer de nieren niet in
staat zijn om fosfor uit het bloed te verwijderen, stapelt
het zich op in het bloed. Dit verhoogde fosforgehalte brengt
een aantal biochemische processen teweeg, die kunnen leiden
tot verder verlies van de nog werkende niertubuli. Hierdoor
kunnen de nieren nog minder fosfor verwijderen en dit leidt
tot nog verder verlies van de nierfunctie. Door de hoeveelheid
fosfor in het dieet te verlagen, kan dit proces worden vertraagd.
Een dieet met een laag eiwit- en fosforgehalte
helpt dus zowel de klachten te verminderen als de voortgang
van de aandoening te vertragen. Bij de hond hangt de mate
van eiwitbeperking in het dieet af van de ernst van de aandoening.
Daarom zijn er twee diëten voor de hond. Voor beginnende
klachten kan een matige beperking van het eiwitgehalte voldoende
zijn, terwijl in een verder stadium een streng beperkt eiwitgehalte
noodzakelijk is. Om het ziekteproces zoveel mogelijk te vertragen,
is een laag fosforgehalte in beide gevallen noodzakelijk.
Omdat katten echte vleeseters zijn hebben zij een hogere eiwitbehoefte
dan de hond. Daarom moet het eiwitgehalte in het nierdieet
van de kat wel beperkt zijn, maar niet zo laag als bij de
hond. Daarnaast moet ook voor de kat het fosforgehalte verlaagd
zijn,
Meer energie en extra smakelijk
Honden en katten met een nierziekte hebben
vaak een slechte eetlust. Het is belangrijk dat ze voldoende
eten om op (hetzelfde) gewicht te blijven, omdat gewichtsverlies
een extra belasting voor de nieren kan zijn. Het ideale dieet
bevat daarom veel energie (calorieèn) en lage hoeveelheden
eiwit en fosfor. Daarnaast moet het extra smakelijk zijn,
zodat zelfs dieren met een verminderde eetlust het graag eten.
Omdat slecht werkende nieren de urine niet goed meer kunnen
concentreren, produceert het dier meestal grote hoeveelheden,
verdunde urine. Deze, extra urineproductie kan leiden tot
het verlies van bepaalde nuttige voedingsstoffen,
zoals B-vitaminen. Daarom is liet belangrijk dat het dieet
ook extra B-vitaminen bevat.
Aangezien de voeding zo belangrijk is voor
de behandeling van een nieraandoening, zal uw dierenarts uw
huisdier meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven.
Afhankelijk van de ernst van de nieraandoening
kan uw dierenarts uw huisdier een dieet met een laag eiwitgehalte
(hond en kat) of met een matig beperkt eiwitgehalte (hond)
voorschrijven.
Het
eiwitpercentage op het etiket
Het eiwitpercentage op het etiket van een
gewone blikvoeding en een nierdieet verschilt meestal niet
zo veel, waardoor er vaak gedacht wordt dat de eiwitgehaltes
van beide voedingen min of meer gelijk zijn. Het nierdieet
bevat echter absoluut veel minder eiwit. Dat komt doordat
de dieetvoeding 2 tot 3 keer zoveel energie bevat, waardoor
het dier er veel minder van hoeft te eten en daarmee ook veel
minder eiwit binnen krijgt. Per energie~eenheid bevat het
dieet dus duidelijk veel minder eiwit dan een gewone voeding.
Daarnaast verschilt de dieetvoeding ook op andere gebieden,
zoals het gebruik van zeer hoogwaardige eiwitten, beperking
van het fosforgehalte en toevoeging van extra B vitaminen,
Het vergelijken van percentages op het etiket van gewone en
dieetvoeding heeft dus geen zin.
|